Er komt
tekening in het beeld van een nieuw theater als opvolger van het gebouw aan de
Parade. Robert van Lith van het Brabants Dagblad vreest voor een anticlimax in
de politieke besluitvorming. Na een heldere analyse gaat hij in zijn conclusies
helaas ook uit van vooronderstellingen die niet aan de orde zijn. Terug naar de
kern van de zaak.
’s-Hertogenbosch
wordt gekenmerkt door kleinschaligheid in haar ruimtelijke
structuur, in haar woningbouw, in haar winkelbestand, in haar cafés en
restaurants, in haar sportvoorzieningen, in haar verenigingsleven, kortom het
is een stad waar alles dichtbij is, in en buiten het centrum, alles op
loopafstand. Dat maakt die stad intiem en zo bijzonder. Alleen al om die reden
zijn nieuwe grootschalige inplantingen in de binnenstad niet gewenst.
Twee
visies
De lokale
politiek heeft de discussie over de locatiekeuze open gegooid. Een voorkeur
voor de locatie Paleiskwartier tekent zich af in de gemeenteraad. De invloed
van de afdeling Stedenbouw wint opnieuw aan kracht. De politieke weerstand
tegen de locatie Paleiskwartier brokkelt af. Van een keuze uit culturele
motieven is geen sprake (meer). Op deze plek is ruimte voor de grotezaal
variant van 1000 of meer stoelen. Wie wil dat eigenlijk?
Jan van
der Putten, directeur Verkadefabriek, en Harry Vermeulen, directeur Theater aan
de Parade, hebben hun visie gegeven. Jan is voorstander van een variant met een
flexibele zaal en Harry gaat voor de twee zalen variant. Beide standpunten
liggen niet ver uit elkaar, immers beide willen een theatervoorziening met een
breed aanbod overeind houden. Kern van het verschil is dat Jan uitgaat van het
actuele aanbod podiumkunsten in stad en regio en hij laat zien dat er aan de
groei van het publiek grenzen zitten. Harry kiest voor een eigen autonome
ontwikkeling om vervolgens te kijken hoever hij kan komen en met wie er
samengewerkt moet worden. Dat moet toch overbrugbaar zijn.
Maar er
is nog een verschil waar je rekening mee hebt te houden. Immers toen het
huidige theater aan de Parade werd gebouwd was er geen “concurrentie”.
Sindsdien heeft zich in de stad een gedifferentieerd en kleinschalig landschap
van podia ontwikkeld, elk met een eigen artistiek profiel waar het publiek haar
weg naar toe weet te vinden. Als je van mening bent dat het huidige gebouw aan
de Parade niet meer voldoet dan kun je hier niet aan voorbij gaan. Je kunt niet
doen alsof er niets is gebeurd de afgelopen 30 jaar door nu een plan te
ontwikkelen dat niet voortborduurt op wat er tot stand gekomen is en daar conclusies
uittrekt. De accommodatie (aan de Parade) heeft twee zalen, waarvan een zaal
zeer beperkt heeft gefunctioneerd als cultureel podium. Door te anticiperen op
een meer commerciële exploitatie, in het bijzonder bij de twee zalen variant, ontwikkel
je een stevige concurrent voor het congrescentrum 1932 van de Brabanthallen,
dat ook met gemeentelijke steun tot stand is gekomen. Je kunt niet alles willen
als je te weinig geld hebt om te kunnen verdelen......
Kop
van het Zand
Begin
90-er jaren stond al in de gemeentelijke stedenbouwkundige plannen voor de
"Kop van het Zand" het stempel “cultuur”. Dat was een buitengewoon
vooruitziende visie van de afdeling Stedenbouw. Deze visie moet nog ergens in een
gemeentelijke la liggen. Kortom, dat huiswerk hoeft niet meer gedaan te
worden. Culturele ondernemers, als Jan van der Putten van de Verkadefabriek en
recentelijk de mannen van TUIN UNITED, als ook de vastgoedondernemers John
Groenewoud en Cor Pijnenburg, had dat de ogen geopend. Zij zijn daar aan de
slag gegaan in de verwachting dat de kip op enig moment haar gouden eieren zal leggen.
Het
ultieme moment om te kiezen voor de Kop van het Zand komt stilaan naderbij.
Zelfs in het College van B en W worden de gedachten gehergroepeerd en is deze
locatie weer bespreekbaar. Het heeft even geduurd maar de logica en het gezond
verstand zou hier kunnen winnen.
De Kop
van het Zand, een clustering van beeldende kunst, muziek, dans en
theater aan de rand van de binnenstad en toch in het centrum. Voldoende
ruimte om elke bouwvariant te kunnen realiseren, goed te voet en met de fiets, het automobiel,
openbaar vervoer en motorboot bereikbaar.
Toen
midden 80-er jaren besloten werd om de popconcertzaal in te voegen in de Willem
II fabriek was er ook een heftige discussie over de vraag of dit podium wel of
niet in het centrum gevestigd moest worden en over de vraag “wat is dan het
centrum precies, ligt dat binnen de stadswallen of mag het ook ietsje ruimer
bekeken worden.” De voorstanders van toen voor vestiging in de “Kop van het
Zand” hebben gelijk gekregen. De W2-concertzaal en later de Verkadefabriek
hebben het pad geëffend. De wijk kan uitgroeien tot een perfect en dynamisch
cultureel hart van de stad ‘s-Hertogenbosch.
Een
theatergebouw voegt strikt genomen weinig toe aan haar omgeving. Het komt pas
tot leven zodra het open gaat voor publiek. De Verkadefabriek laat elke dag zien hoe dat werkt. Een theater komt meer tot leven
wanneer dit gedijt in een culturele omgeving. Een theatergebouw is immers
overdag een cultureel kantoor waar gewerkt, gebouwd en gerepeteerd wordt, waar
vrachtwagens aan en af rijden. Bezoekers zullen na afloop van een voorstelling
of concert vertrekken. Het Paleiskwartier is daarvoor ongeschikt en te ver
buiten het hart van de stad. Een theater voegt niets toe aan de dynamiek van
deze woon- en kantorenwijk. Een toegankelijke omgeving maakt een bezoek aan een
theater aantrekkelijk voor het publiek. Die context biedt de Kop van het Zand.
Dit gebied heeft de beste papieren voor een van de theatervarianten naast de
Verkadefabriek, de W2 concertzaal en het Centrum voor Beeldende Kunst in de
voormalige Willem 2 Fabriek in het hart van de stad.
Tenslotte
Vestiging
in de Kop van het Zand biedt alle kansen om ook de structuur en organisatie van
de podia eens goed tegen het licht te houden. Een platte organisatie met een
smalle overhead, betere inhoudelijke profilering en uitstraling, efficiënte
uitwisseling van kennis, kunde en expertise in een passende IT-omgeving moeten
de voorwaarden worden voor een gezonde en artistiek interessante exploitatie.
Er is weinig fantasie voor nodig om te kunnen bedenken welke kant dit op zou
moeten gaan.
Kortom, zo
ingewikkeld hoeft het niet te zijn. Als je maar weet wat je wilt.
Reacties
zijn welkom
Wim
Claessen, Vught 12 mei 2012
_______________________________________________________________________________
De blogs
BOSCH THEATER 1 en 2 zijn te lezen op www.wimclaessen.nl. In BOSCH THEATER 1 wordt een schets gegeven
van de ontwikkelingen in de afgelopen jaren en de noodzaak van een inhoudelijke
analyse van de huidige situatie in stad en regio voor de besluitvorming.
BOSCH THEATER 2 borduurt hierop voort en beschrijft mijn
voorkeur voor de locatiekeuze.
_______________________________________________________________________________
Geen opmerkingen:
Een reactie posten