vrijdag 5 juli 2013

BOSCH THEATER 6


                                                                                ’s-Hertogenbosch / Vught, 4 juli 2013

 

Aan de gemeenteraad van ’s-Hertogenbosch
Ter attentie van Mr. Ton Rombouts, voorzitter
Markt 1
5201 JV  ’s-Hertogenbosch

Betreft: de Splitsing

 
Geachte heer Rombouts, dames en heren,

In deze brief wil ik graag een toelichting geven op mijn recente voorstel[1] naar aanleiding van uw beslissing om het huidige Theater aan de Parade te vernieuwen. Uw besluit biedt alle mogelijkheden om “parallel aan de door u ingezette ontwikkeling en het nadere onderzoek” mijn planvoorstel te betrekken. Ook de talrijke bemoedigende reacties op mijn voorstel motiveerden mij tot nadere uitwerking.

Immers u hebt een aantal kanttekeningen gemaakt bij het raadsvoorstel. Om daaraan tegemoet te komen is nader onderzoek noodzakelijk. Wethouder Jeroen Weyers heeft tijdens uw vergadering toegezegd het programma van eisen waar mogelijk aan te zullen passen.

Mijn voorstel biedt belangrijke inhoudelijke en praktische voordelen. Ik ben van mening dat deze voordelen interessante aanknopingspunten bieden voor verder onderzoek en deze te betrekken in de door u ingezette ontwikkeling.

Ik schreef in mijn blog dat de verdere ontwikkeling in de Kop van t Zand stagneert: het initiatief van de TUIN/UNITED is stop gezet. Productiehuis Brabant is verdwenen en de festivals zuchten onder forse bezuinigingen. Hoewel vorige wethouders de ambitie van de stad voor een productieklimaat voor jonge theatermakers onderstreepten, en zich lieten voorstaan op de hoge kwaliteit van de festivals, zijn er forse bezuinigingen doorgevoerd.

In uw raadsvoorstel lees ik dat het huidige Theater aan de Parade niet meer voldoet aan de wensen en eisen van deze tijd. Soortgelijke overwegingen waren eerder aanleiding voor de ontwikkeling van een plan voor een ondergrondse concertzaal. De politieke afloop is bekend, een afloop die we ons niet opnieuw zouden willen toewensen. Het ontbreken van een concertzaal is alle jaren een groot gemis gebleken.

Ik ben in mijn plan uitgegaan van uw keuze voor de locatie aan de Parade. Ik stel voor dit plan aan te passen door de accommodatie aan de Parade te splitsen in een concertzaal op de Parade en een theaterzaal in de Kop van ‘t Zand.

In mijn plan wordt het nieuwe gebouw aan de Parade het muzikale centrum van de stad met een goed geoutilleerde concertzaal in combinatie met voorzieningen voor de functie van culturele huiskamer van de stad. De nieuwe theaterzaal in de Kop van ‘t Zand wordt samen met de Verkadefabriek het nieuwe centrum voor theater, dans en film. Immers de Verkadefabriek is - in samenhang met het poppodium W2 en het beeldende kunstcentrum Willem II - uitgegroeid tot een culturele hotspot van de stad en dient als voorbeeld in binnen- en buitenland.

Er zijn plannen voor een update van het poppodium W2 en de skaters hebben een onderkomen gekregen in de Kop van ‘t Zand. Met deze logische splitsing blijft de ontwikkeling van de Kop van ’t Zand tot tweede culturele hart van de stad overeind. Dit stadsdeel is goed bereikbaar vanuit alle delen van de stad.

De voordelen van deze splitsing zijn:

·       Een concertzaal heeft beduidend minder hoogte nodig. Dat betekent dat een nieuw gebouw beter inpasbaar is in de alom gehoorde wensen ten aanzien van de architectonische omgeving van de Parade, in het bijzonder in relatie tot de St. Jan.

·       Door te splitsen kan het altijd lastige compromis van de akoestiek voor theater en muziek worden vermeden en kan in elke accommodatie een optimaal resultaat worden gerealiseerd. Acteurs, musici en publiek zullen dat zeer op prijs stellen.

·       De accommodatie aan de Parade moet geschikt gemaakt worden voor grootschalige stedelijke evenementen en festivals zoals Carnaval, Koninginnedag, het Bevrijdingsfestival, Bourgondisch Brabant, Theaterfestival Boulevard, het Internationaal Vocalisten Concours en Jazz in Duketown en kan uit dien hoofde functioneren als de culturele huiskamer van de stad

·       Het huidige Theater aan de Parade kan gebruikt worden tot de nieuwe zaal in de Kop van ‘t Zand klaar is. Er hoeft tussentijds geen kostbare, tijdelijke oplossing te worden bedacht voor het theater en dat is een echte meevaller.

·       Er moet daarentegen wel tussentijds een tijdelijke voorziening getroffen worden voor het muziekprogramma. Dat is op relatief goedkope wijze te realiseren in bijvoorbeeld de Brabanthallen in combinatie met een georganiseerde bus pendel naar het Muziekgebouw in Eindhoven en/of de Concertzaal in Tilburg.

·       Door de exploitatie van de nieuwe theaterzaal in de Kop van ‘t Zand te verbinden met de Verkadefabriek kan een interessante efficiency slag gemaakt worden. Programmatische afstemming is dan gegarandeerd.

·       Dit plan is een garantie voor doorontwikkeling van de Kop van ‘t Zand tot een tweede culturele hart van de stad, zoals ooit voorzien. Daarmee worden tevens voorwaarden gecreëerd voor een rehabilitatie van de gehele Kop van ‘t Zand.

·       Wanneer er extra middelen gevonden kunnen worden om het prachtige initiatief TUIN|UNITED vlot te trekken, kunnen op korte termijn - om te beginnen in 2016 - al de eerste resultaten zichtbaar worden.

·       Het is nu niet mogelijk om concreet te worden over budget en financiering. Het zal duidelijk zijn dat er voordelen zijn te behalen maar dan is nader onderzoek noodzakelijk.

·       En tenslotte, er ontstaat een continue bouwstroom en werkgelegenheid met de mogelijkheid om de financiering over een langere periode te spreiden.

Samengevat betekent een verankering van de culturele ontwikkelingen in de stad voor de komende jaren langs een drietal hoofdlijnen

Ø  muziek en grootstedelijke evenementen op de Parade
      Ø  centralisatie van theater, dans, film en beeldende kunst in de Kop van ‘t Zand
      Ø  de museale kunsten in het Museumkwartier

Ik ben graag bereid om dit voorstel toe te lichten en zie uw reactie met belangstelling tegemoet.

Met vriendelijke groet

Wim Claessen

 




[1] Mijn voorstel is in hoofdlijnen beschreven in mijn blog “het schijnbaar onverenigbare verbinden”, zie mijn website www.wimclaessen.nl

maandag 24 juni 2013


BOSCH THEATER 5

Het schijnbaar onverenigbare   verbinden
Mieske van Eck schreef onlangs in het Brabants Dagblad “in Den Bosch - nog niet zo heel lang geleden de fiere kartrekker van Brabant Culturele Hoofdstad – zijn ze de draad helemaal kwijt”. Zij verwoordde in één zin waar het aan schort in deze stad: aan standvastige daadkracht. Het beleid oogt stuurloos, met verdeeldheid over het theater, over de locatie en over het type accommodatie (theater en/of concertzaal, 1 of 2 zalen). Zo willen directie en bestuur van Theater aan de Parade eigenlijk naar het Paleiskwartier maar ze werken desondanks een plan uit voor de Parade. Hoe tegenstrijdig kun je zijn? De PvdA schrijft een dag na het debat in de raadscommissie dat zij eigenlijk voorstander is van het Paleiskwartier, nadat de wethouder in het Theatercafé 073 en in de Raadscommissie nog vol verve de locatie Parade had verdedigd. Bent u er nog?

‘s-Hertogenbosch bespeelt niet meer de eerste viool bij culturele hoofdstad en het ziet er naar uit dat JB500 haar beoogde budget niet zal realiseren. De ingezette ontwikkeling in de Kop van 't Zand stagneert door het stopzetten van de TUIN/UNITED. Productiehuis Brabant is verdwenen en de festivals zuchten onder forse bezuinigingen. Hoewel vorige wethouders de ambitie van de stad voor een productieklimaat voor jonge theatermakers onderstreepten, en zich lieten voorstaan op de hoge kwaliteit van de festivals, zijn er forse stappen terug gezet.
Er is ook goed nieuws en wel dat de Boulevard desondanks haar veerkracht laat zien door in te krimpen maar ook scherp en interessant te blijven programmeren. Jazz in Duketown heeft laten zien met weinig geld een interessante muzikale switch te kunnen maken. De Bosch Parade heeft haar kinderziekten bestreden en kan uitgroeien tot een volwassen kunstprocessie op het water. De Verkadefabriek is - in samenhang met het poppodium W2 en het beeldende kunstcentrum Willem II - uitgegroeid tot de culturele hotspot van de stad en dient als voorbeeld in binnen- en buitenland. Er zijn plannen voor een update van het poppodium W2 en de skaters hebben een onderkomen gekregen in de Kop van 't Zand. In het Museumkwartier heeft de beeldende kunst onlangs een forse impuls gekregen met de heropening van de nieuwe musea. November Music en de Toonzaal zijn still going strong en weten de juiste toon vast te houden.

De vraag is “wat willen we nu wel of willen we teveel, overspelen we niet regelmatig onze hand of hebben we last van de politieke waan van de dag?”. Het echec van de TUIN/UNITED maakt duidelijk dat eerst euforisch reageren en vervolgens de ene na de andere barrière oproepen met als resultaat dat dit bijzondere en oorspronkelijke initiatief ten grave is gedragen, de verkeerde route is.
Wat is dan wel de juiste weg om uit deze impasse te komen? Om te beginnen met het inlassen van een korte (zomer) pauze voor bezinning. Vervolgens dienen alle knelpunten op een rij gezet te worden, moet men een keuze maken wat wel en wat niet gewenst is, om vervolgens het geheel te omlijsten met een masterplan dat duidelijk maakt wat de culturele ambitie van deze stad nu werkelijk is. Het is verstandig om ook nog eens terug te kijken naar eerdere plannen, zoals dat van de jaren ’90 om de Kop van ’t Zand een culturele bestemming te geven.

Dit masterplan betreft in elk geval
* de Tuin/United
* een theaterzaal in de Kop van t Zand
* een concertzaal annex huiskamer van de stad aan de Parade

De belangrijkste voordelen zijn dat er iets zichtbaar kan worden in 2016 en 2018, dat er geen tussenoplossing hoeft te worden bedacht voor een theaterloze periode en dat het lastige compromis van akoestiek voor theater en muziek kan worden vermeden. Het gebouw aan de Parade wordt het muzikale centrum van de stad en de nieuwe grote zaal in samenhang met de Verkadefabriek in de Kop van 't Zand wordt het centrum voor theater, dans en film.
Alles is vanuit zowel de binnenstad als het Paleiskwartier goed bereikbaar, te voet, met de fiets en voor bezoeker buiten Den Bosch met de auto of openbaar vervoer.

Er zijn ook nog andere voordelen zoals de inpasbaarheid van het gebouw aan de Parade. Een concertzaal heeft minder hoogte nodig. Dus de huidige toneeltoren kan beduidend lager worden. Dat komt ten goede aan de architectonische omgeving van de Parade. Door een flexibele opzet moet het gebouw geschikt gemaakt worden voor grootschalige stedelijke evenementen en festivals zoals Carnaval, Boulevard, IVC en Jazz in Duketown. Het huidige Theater aan de Parade kan gebruikt worden totdat de nieuwe zaal in de Kop van t Zand klaar is. Er hoeft dus tussentijds geen tijdelijke oplossing te worden bedacht voor het theater en dat is een echte meevaller.
De kern van dit plan is de doorontwikkeling van de Kop van 't Zand tot het culturele hart van de stad, zoals ooit voorzien. Met het behoud van muziek en grootstedelijke evenementen op de Parade, en de centralisatie van theater in de Kop. Dat is meer dan een gulden middenweg. Dat is de enig juiste weg!

Wim Claessen

PS lees ook mijn eerdere blogs over het BOSCH THEATER op www.wimclaessen.nl

maandag 17 juni 2013

BOSCH THEATER 4






DIK HOUT

Tjonge, de hakken stonden maandagavond in de Verkadefabriek, in de nieuwe huiskamer van de stad wel behoorlijk in de Kop van het Zand, aan beide kanten. Wethouder Jeroen Weyers gaf geen strobreed toe, volledig gegijzeld door de gemeenteraad over de locatie aan de Parade. Alleen al om die reden eigenlijk een overbodige discussie. Hoe dan ook, er zullen op de valreep ongetwijfeld pogingen worden ondernomen om op 25 juni a.s. tot een eensluidend verhaal te komen. Helaas kwam dat er niet uit en bleef het debat steken in Dik Hout.

Die uitkomst op 25 juni zal ongetwijfeld de hele discussie weer op zijn kop zal zetten. Dit plan op deze locatie wordt niet geaccepteerd en dat biedt kansen. Tijdens het debat werd eens te meer duidelijk dat een echte meerjarenvisie bij plannenmakers ontbreekt en dat de plek te klein is voor het – naar beneden (!) bijgestelde - programma van eisen. Dan maar minder eisen om het op die plek bij elkaar te kunnen proppen, wordt gesteld. Om dan 4 miljoen voor ontwikkeling en onderzoek uit te trekken moet je wel erg overtuigd zijn van je gelijk. Dat is veel geld voor een plan dat in haar basis niet deugt in een tijd dat we eigenlijk niets kunnen missen. Dat is de PvdA onwaardig.

Dit plan borduurt voort op het gebruikelijke klassieke theaterconcept, een grote zaal en een middenzaal. Het huidige Theater aan de Parade is zo ingedeeld en ingericht maar voldoet niet, zo luidt het betoog. Helemaal mee eens maar ga dan niet meer van hetzelfde doen door in de fout van 1975 vervallen toen er eenzelfde concept is ontwikkeld voor deze veel te kleine plek. Daar zit toch - objectief gezien - de kern van het probleem. Dit plan geeft een heel beperkt inzicht op wat nodig is als antwoord op de nieuwe ontwikkelingen in kunst en cultuur. Nieuw is de "huiskamer" van de stad zonder aan te geven wat dit is en hoe dat gaat functioneren, jammer.

De Raad zal op 25 juni dus moeten bewegen want als de hakken ook daar in het zand staan dan is dat het slechtst denkbare vertrekpunt voor een proces dat 40 (!) jaar mee moet. En bewegen houdt in dat ook de locatie weer ter discussie moet komen. Dat biedt nieuwe perspectieven voor een visie op programma, gebouw en locatie in samenhang met het huidige aanbod in de stad en met een visie op de toekomst. Er is de afgelopen maanden buitengewoon veel geschreven en gezegd over wat er wel en niet zou moeten gebeuren. Dat betekent dat je op een eenvoudige wijze en op korte termijn een plan zou moeten kunnen maken dat meer en beter hout snijdt.

Zelfs wanneer het ZNTM-advies wordt aangenomen door de gemeenteraad is er nog steeds niets aan de hand omdat pas na 2016 begonnen wordt met de bouw. Tot die tijd is er ruimte om tot andere gedachten te komen. Het advies biedt tal van kritische kanttekeningen bij de gesignaleerde knelpunten. De ZNTM heeft tal van mitsen en maren in haar advies ingebouwd, of zijn het de adviserende PB-theateradviseurs uit Uden die hier de nadruk op hebben gelegd? Wie dit advies goed analyseert kan vrij gemakkelijk tot de tegenovergestelde conclusie komen dat het niet mogelijk is om dit concept op deze locatie te bouwen. En dan heb ik het nog helemaal niet over een theaterloze periode van 3 jaar gedurende de tijd van sloop en nieuwbouw aan de Parade. Daar wordt wel erg licht over gedacht.

Wanneer de Raad wil bewegen zal het dus moeten gaan over het beste alternatief. Dat is nog steeds de Kop van t Zand zoals ik dat in mijn eerdere blogs heb aangegeven, zie
www.wimclaessen.nl . Er zijn nu ook geluiden dat het GZG-terrein weer in beeld zou kunnen komen om uit de impasse te geraken. Als dat zo is dan kun je beter 5 minuten doorlopen langs de Zuid Willemsvaart en je bent op de toplocatie "De Kop van 't Zand". Hoe eenvoudig kun je van dik hout iets moois maken?

maandag 18 juni 2012

BOSCH THEATER 3



CULTURELE KOP van ’t ZAND

De gemeenteraad van ’s-Hertogenbosch staat op het standpunt dat er een nieuw theater moet komen om de taak van het huidige Theater aan de Parade over te nemen. De “houdbaarheidsdatum”zou overschreden zijn, een ernstiger verwijt kun je jezelf niet geven. Heeft er iemand zitten slapen de afgelopen jaren?

Het is niet duidelijk welke functies en taken dit theater precies moet krijgen. Ook is niet duidelijk hoeveel zalen dit theater moet bevatten en waar deze accommodatie gebouwd moet worden. Mijn voorkeur gaat uit naar de Kop van ’t Zand, in het centrum van de stad, aan de rand van de binnenstad. In mijn vorige blogs heb ik aangegeven waarom.

De Kop van t Zand is absoluut geen compromis. Deze wijk werd in de 90-er jaren door stadsontwikkeling al aangewezen als de beste locatie voor een culturele ontwikkeling. Deze mogelijkheid komt sinds kort  in beeld omdat het De Heus (v/h Koudijs) complex in 2013 wordt ontruimd. Eindelijk ruimte voor nieuwe ideeën en plannen. En bouwen voor leegstand moeten we niet doen.

Masterplan
Voor de realisatie van een Culturele Kop van ’t Zand is een goed doordacht plan nodig waarin de functies van het nieuwe theater annex zaal worden vastgelegd, waarin de functies en taken van de andere podiumkunstinstellingen worden gedefinieerd  in samenhang met de voorzieningen die al in de Kop van ’t Zand gevestigd zijn of van plan zijn dat te doen.

De afgelopen 30 jaar hebben zich in deze wijk tal van culturele instellingen, podia en initiatieven gevestigd met de juiste culturele voorwaarden voor een klimaat waarin een modern theater goed kan gedijen en het publiek met plezier naar toe komt.
Wat dat betekent heeft de Verkadefabriek de afgelopen jaren duidelijk laten zien. Deze ontwikkeling kan alleen nog maar versterkt worden door een grotezaal eraan toe te voegen.

Ook de bereikbaarheid is uitstekend, zelfs via het water. In de gemeentelijke plannen is de culturele bestemming van dit gebied uitgewerkt.

Investeren in financieel krappe tijden
Een nieuwe culturele voorziening in de Kop van ’t Zand kan niet zonder forse investeringen. Dat schuurt  behoorlijk in een tijd dat de budgetten krap zijn, dat gemeentebesturen moeten bezuinigen en het geld goed kunnen gebruiken voor andere – vaak meer dringende - politieke keuzes om hun begroting op orde te krijgen en te houden. Dat betekent overigens niet dat je niets moet doen maar dat betekent wel dat de tijd gebruikt moet worden om zorgvuldig te ontwikkelen en het goede moment te kiezen als de financiële ruimte er wel is.

Kunst en Cultuur is geen eiland in een gemeentelijk beleid maar een integraal onderdeel daarvan. Dat betekent dat er altijd politieke afwegingen en keuzes gemaakt moeten worden. Nu investeren in een theater is niet verantwoord, investeren in planontwikkeling daarentegen wel. En annex aan deze planontwikkeling zou je jaarlijks een budget kunnen reserveren om in de tweede helft van de periode te investeren in stenen, dus nu sparen voor later en bouwen in betere tijden na de crisis.

Interessant is overigens dat de vastgoedwereld zich in het publieke debat heeft gemengd, zo ook de beleggers in de Kop van ’t Zand. Dat is nieuw en een stap vooruit, hoe meer transparantie hoe beter. Bovendien, als je goed verdient aan stadsontwikkeling ligt een maatschappelijke verantwoorde tegenprestatie voor de hand. Dat komt goed van pas in tijden van financiële krapte.

Voor de korte termijn is een onderhoudsplan nodig voor het huidige Theater aan de Parade opdat zij kan blijven functioneren als theater mede met het oog op de stedelijke ambities voor 2016 en 2018. Over houdbaarheidsdata spreken we dus nooit meer. Onderhoud hoor je gewoon te doen als een goed beheerder van gemeentelijk vastgoed. 
En vergeet dan niet om ook een programmabudget te  creëren want dat is eigenlijk het grootste knelpunt van een theater, welk dan ook.

Planontwikkeling
Te denken valt aan een periode van maximaal 10 jaar voor artistiek, organisatorisch, bouwkundig en financieel onderzoek en vervolgens – in de tweede helft van deze periode - voor de uitvoering en bouw. Elke stap in het masterplan moet politiek worden geaccordeerd. Zo kunnen er geen verrassingen ontstaan.
Een kortere periode mag ook, maar ook dat is een politieke keuze.

Betrek in dit proces de partijen die nu in het gebied actief zijn. Dat zijn (in alfabetische volgorde)
·        Buro Babel Schoolvoorstellingen
·        Beeldende kunstateliers in Willem II fabriek
·        B-there, kunstfestival voor jongeren
·        Centrum voor Beeldende Kunst
·        Cement festival
·        Grafisch Atelier
·        Koningstheater
·        Kunstbende Noord-Brabant
·        Productiehuis Brabant
·        November Music
·        Verkadefabriek
·        W2 concertzaal
·        Popkollektief en repetitieruimtes
·        TUIN UNITED
·        Skaters Den Bosch
·        Theaterfestival Boulevard

Tenslotte
Langs twee trajecten kan een prachtig resultaat geboekt worden door een integrale samenwerking, cultuur en stadsontwikkeling. Die kans mogen we niet laten voorbij gaan.  Immers bouwen voor leegstand doen we niet meer….

Wim Claessen, 15 juni 2012



zaterdag 12 mei 2012

BOSCH THEATER 2

Locatiekeuze Bosch Theater

Er komt tekening in het beeld van een nieuw theater als opvolger van het gebouw aan de Parade. Robert van Lith van het Brabants Dagblad vreest voor een anticlimax in de politieke besluitvorming. Na een heldere analyse gaat hij in zijn conclusies helaas ook uit van vooronderstellingen die niet aan de orde zijn. Terug naar de kern van de zaak.

’s-Hertogenbosch wordt gekenmerkt door kleinschaligheid in haar ruimtelijke structuur, in haar woningbouw, in haar winkelbestand, in haar cafés en restaurants, in haar sportvoorzieningen, in haar verenigingsleven, kortom het is een stad waar alles dichtbij is, in en buiten het centrum, alles op loopafstand. Dat maakt die stad intiem en zo bijzonder. Alleen al om die reden zijn nieuwe grootschalige inplantingen in de binnenstad niet gewenst.

Twee visies
De lokale politiek heeft de discussie over de locatiekeuze open gegooid. Een voorkeur voor de locatie Paleiskwartier tekent zich af in de gemeenteraad. De invloed van de afdeling Stedenbouw wint opnieuw aan kracht. De politieke weerstand tegen de locatie Paleiskwartier brokkelt af. Van een keuze uit culturele motieven is geen sprake (meer). Op deze plek is ruimte voor de grotezaal variant van 1000 of meer stoelen. Wie wil dat eigenlijk?

Jan van der Putten, directeur Verkadefabriek, en Harry Vermeulen, directeur Theater aan de Parade, hebben hun visie gegeven. Jan is voorstander van een variant met een flexibele zaal en Harry gaat voor de twee zalen variant. Beide standpunten liggen niet ver uit elkaar, immers beide willen een theatervoorziening met een breed aanbod overeind houden. Kern van het verschil is dat Jan uitgaat van het actuele aanbod podiumkunsten in stad en regio en hij laat zien dat er aan de groei van het publiek grenzen zitten. Harry kiest voor een eigen autonome ontwikkeling om vervolgens te kijken hoever hij kan komen en met wie er samengewerkt moet worden. Dat moet toch overbrugbaar zijn.

Maar er is nog een verschil waar je rekening mee hebt te houden. Immers toen het huidige theater aan de Parade werd gebouwd was er geen “concurrentie”. Sindsdien heeft zich in de stad een gedifferentieerd en kleinschalig landschap van podia ontwikkeld, elk met een eigen artistiek profiel waar het publiek haar weg naar toe weet te vinden. Als je van mening bent dat het huidige gebouw aan de Parade niet meer voldoet dan kun je hier niet aan voorbij gaan. Je kunt niet doen alsof er niets is gebeurd de afgelopen 30 jaar door nu een plan te ontwikkelen dat niet voortborduurt op wat er tot stand gekomen is en daar conclusies uittrekt. De accommodatie (aan de Parade) heeft twee zalen, waarvan een zaal zeer beperkt heeft gefunctioneerd als cultureel podium. Door te anticiperen op een meer commerciële exploitatie, in het bijzonder bij de twee zalen variant, ontwikkel je een stevige concurrent voor het congrescentrum 1932 van de Brabanthallen, dat ook met gemeentelijke steun tot stand is gekomen. Je kunt niet alles willen als je te weinig geld hebt om te kunnen verdelen......

Kop van het Zand
Begin 90-er jaren stond al in de gemeentelijke stedenbouwkundige plannen voor de "Kop van het Zand" het stempel “cultuur”. Dat was een buitengewoon vooruitziende visie van de afdeling Stedenbouw. Deze visie moet nog ergens in een gemeentelijke la liggen. Kortom, dat huiswerk hoeft niet meer gedaan te worden. Culturele ondernemers, als Jan van der Putten van de Verkadefabriek en recentelijk de mannen van TUIN UNITED, als ook de vastgoedondernemers John Groenewoud en Cor Pijnenburg, had dat de ogen geopend. Zij zijn daar aan de slag gegaan in de verwachting dat de kip op enig moment haar gouden eieren zal leggen.

Het ultieme moment om te kiezen voor de Kop van het Zand komt stilaan naderbij. Zelfs in het College van B en W worden de gedachten gehergroepeerd en is deze locatie weer bespreekbaar. Het heeft even geduurd maar de logica en het gezond verstand zou hier kunnen winnen.

De Kop van het Zand, een clustering van beeldende kunst, muziek, dans en theater aan de rand van de binnenstad en toch in het centrum. Voldoende ruimte om elke bouwvariant te kunnen realiseren, goed te voet en met de fiets, het automobiel, openbaar vervoer en motorboot bereikbaar.

Toen midden 80-er jaren besloten werd om de popconcertzaal in te voegen in de Willem II fabriek was er ook een heftige discussie over de vraag of dit podium wel of niet in het centrum gevestigd moest worden en over de vraag “wat is dan het centrum precies, ligt dat binnen de stadswallen of mag het ook ietsje ruimer bekeken worden.” De voorstanders van toen voor vestiging in de “Kop van het Zand” hebben gelijk gekregen. De W2-concertzaal en later de Verkadefabriek hebben het pad geëffend. De wijk kan uitgroeien tot een perfect en dynamisch cultureel hart van de stad ‘s-Hertogenbosch.

Een theatergebouw voegt strikt genomen weinig toe aan haar omgeving. Het komt pas tot leven zodra het open gaat voor publiek. De Verkadefabriek laat elke dag zien hoe dat werkt. Een theater komt meer tot leven wanneer dit gedijt in een culturele omgeving. Een theatergebouw is immers overdag een cultureel kantoor waar gewerkt, gebouwd en gerepeteerd wordt, waar vrachtwagens aan en af rijden. Bezoekers zullen na afloop van een voorstelling of concert vertrekken. Het Paleiskwartier is daarvoor ongeschikt en te ver buiten het hart van de stad. Een theater voegt niets toe aan de dynamiek van deze woon- en kantorenwijk. Een toegankelijke omgeving maakt een bezoek aan een theater aantrekkelijk voor het publiek. Die context biedt de Kop van het Zand. Dit gebied heeft de beste papieren voor een van de theatervarianten naast de Verkadefabriek, de W2 concertzaal en het Centrum voor Beeldende Kunst in de voormalige Willem 2 Fabriek in het hart van de stad.

Tenslotte
Vestiging in de Kop van het Zand biedt alle kansen om ook de structuur en organisatie van de podia eens goed tegen het licht te houden. Een platte organisatie met een smalle overhead, betere inhoudelijke profilering en uitstraling, efficiënte uitwisseling van kennis, kunde en expertise in een passende IT-omgeving moeten de voorwaarden worden voor een gezonde en artistiek interessante exploitatie. Er is weinig fantasie voor nodig om te kunnen bedenken welke kant dit op zou moeten gaan.

Kortom, zo ingewikkeld hoeft het niet te zijn. Als je maar weet wat je wilt.
Reacties zijn welkom

Wim Claessen, Vught 12 mei 2012

_______________________________________________________________________________

De blogs BOSCH THEATER 1 en 2 zijn te lezen op www.wimclaessen.nl. In BOSCH THEATER 1 wordt een schets gegeven van de ontwikkelingen in de afgelopen jaren en de noodzaak van een inhoudelijke analyse van de huidige situatie in stad en regio voor de besluitvorming. 
BOSCH THEATER 2 borduurt hierop voort en beschrijft mijn voorkeur voor de locatiekeuze.
_______________________________________________________________________________

vrijdag 27 april 2012

BOSCH THEATER 1



Tijd voor een beschouwing

We zijn al enige tijd discussiërend onderweg over de vraag of de stad 's-Hertogenbosch een nieuw theater nodig heeft. Boeiend en interessant, wisselend van inhoud en kwaliteit, veelal veroorzaakt door verschillende belangen en visies, maar ook een debat met weinig nieuwe argumenten. Dat hoort ook zo in een democratisch proces.

De Vereniging van Binnenstadsbewoners vindt er iets van evenals de bewoners van het Paleiskwartier en de Carnavalswereld. De landelijke musicalwereld is goed vertegenwoordigd in de Raad van Commissarissen van Theater aan de Parade en heeft haar eigen invloed. In ingezonden brieven in het Brabants Dagblad geeft de individuele burger zijn mening. Dat geldt niet alleen voor Bosschenaren en de inwoners van Rosmalen, maar de inwoners uit Vught laten zich evenmin onbetuigd. Interessant zijn in dat verband de bezoekcijfers van Vughtenaren aan het culturele leven in Den Bosch die daarmee de regionale functie van het Bosch Theater bevestigen.

De lokale politiek heeft de discussie over de locatiekeuze open gegooid. Een voorkeur voor de locatie Paleiskwartier tekent zich af in de gemeenteraad. De invloed van de afdeling Stedenbouw wint opnieuw aan kracht. De politieke weerstand tegen de locatie Paleiskwartier brokkelt af. Van een keuze op basis van culturele motieven was tot nu toe geen sprake. In het Paleiskwartier is ruimte voor de grotezaal variant van 1000 of meer stoelen. Wie wil dat eigenlijk? Is hier de invloed van de musicalwereld voelbaar? Winnen de stedenbouwkundige argumenten het van de cultuurpolitieke argumenten?

De huidige discussie in gemeenteraad en stad gaat vooral over de locatie terwijl het zou moeten gaan over het type theater / zaal dat we, met het oog op de toekomstige ontwikkelingen in de podiumkunsten, nodig hebben in relatie tot het pakket culturele voorzieningen. Het tempo van de discussie leek ingegeven door de wens om in het Jheronimus Bosch jaar in 2016 dit nieuwe theater in gebruik te nemen. Inmiddels is duidelijk dat dit een onhaalbaar traject is. Dat biedt de kans om terug te keren naar de functievraag en de locatie even te parkeren. Dit kan nieuwe perspectieven opleveren.

Kern van de zaak
Tot voor kort werd nauwelijks gesproken over de vraag of een nieuw theater noodzakelijk is en wat voor type theater dat zou moeten zijn, ook niet door de lokale politiek.  Tijdens een bijeenkomst van experts werd voor het eerst opgemerkt dat in het huidige plan een visie op wat de stad nu precies wil met haar theater node wordt gemist. De spijker op de kop! De volgorde zou toch moeten zijn dat je eerst hoort te weten wat voor theater er nodig is en wat je er mee wilt om vervolgens te onderzoeken waar je dat het beste kunt bouwen. De inhoud is leidend in het debat.

Recentelijk hebben de beide hoofdrolspelers, Jan van der Putten [Verkadefabriek] en Harry Vermeulen [Theater aan de Parade] het vuurtje goed opgepookt door zich inhoudelijk uit te spreken over welk type theater dan wel zalenvariant de plek moet gaan innemen van het huidige Theater aan de Parade. Dat werd tijd want de discussie werd tot nu toe meer beheerst door stedenbouwkundige en planologische argumenten dan door cultuurpolitieke argumenten. Jan gaat voor de 1 flexibele zaal variant, Harry voor de 2 zalen variant waarbij Harry ook aandacht vraagt voor de commerciële activiteiten. Wordt het nieuwe theater een concurrent van het congrescentrum 1834 van de Brabanthallen? Lijkt me niet verstandig.

De gemeenteraad neemt op 26 juni een besluit. Laten we resterende tijd vooral gebruiken voor debat over de inhoud van de plannen alvorens een lokatie te kiezen. De basisingredienten hebben de beide directeuren op tafel gelegd. Inhoudelijk lijken de beide standpunten overbrugbaar, over de vorm ligt het lastiger. Als deze volgorde gevolgd wordt is dat alleen maar winst.

Wat hebben we nu.
Het huidige theater is vlees noch vis met teveel functies op een te kleine oppervlakte. De foyer is een te groot uitgevallen trappenhuis met garderobe. De horeca is er efficiënt in gepropt. Het idee om de Pleinzaal (een vlakke vloer avant la lettre) toe te voegen aan een klassiek vormgegeven grotezaal getuigde midden 70-eren jaren van een vooruitstrevende visie maar de multifunctionele opzet werkte helaas niet zoals bedoeld. Je moet daar de ruimte en het geld voor hebben en dat was er niet. Dit theater was het resultaat van een denktrant die in de tijdgeest van dat moment op haar einde liep.  Een 2-zalen variant die niet heeft gewerkt, helaas.

De publieke belangstelling was al enige tijd in beweging en wilde vernieuwing. Dat had gevolgen voor het maken van theater en maar ook voor het bouwen van accommodaties, anders en gekoppeld aan een artistiek profiel. Er ontstonden tal van nieuwe - vooral kleinschalige - initiatieven zoals Theaterfestival Boulevard, de W2 en Theater Bis. Korte tijd later voegde de Voormalige Azijnfabriek, later de Toonzaal, zich in dat rijtje. Deze nieuwe ontwikkeling leidde onder meer tot een florerend cultureel centrum - de Verkadefabriek - aan de rand van de binnenstad maar nog steeds in het centrum van de stad. De Verkadefabriek herbergt vele culturele functies en heeft kans gezien een aantrekkelijke plek voor velen te creëren. De Verkadefabriek verkeert in een goed cultureel gezelschap met de concertzaal W2 en het beeldende kunstcentrum Willem II. Zij maken de "Kop van het Zand" tot een culturele ontmoetingsplek voor de Bosschenaren en de inwoners van Rosmalen en Vught om naar toe te gaan.

Aan deze ontwikkeling kan niet worden voorbij gegaan. Toen indertijd besloten werd tot de bouw van het huidige Theater aan de Parade was er geen tweede podiumvoorziening in de stad. Die situatie is de afgelopen 40 jaar grondig gewijzigd. In de stad en regio is een breed scala aan culturele voorzieningen ontstaan. Dat alleen al is een valide reden om inhoud, vorm en locatie integraal te betrekken in het totale pakket van voorzieningen. Wat wordt het artistiek profiel, hoeveel zalen zijn er nodig en waar moet dit gebouwd worden. Willen we een nieuw theater dat gaat functioneren als de Verkadefabriek, dus als een cultureel centrum met haar eigen dynamiek en dat de hele dag geopend is. Of willen we een theater dat elke avond een voorstelling uit het "brede palet van het culturele aanbod in ons land" presenteert. Het moet dus niet alleen gaan over een locatie, architectuur en stenen.

Aanbod podiumkunsten in Den Bosch
Als je het op de keper beschouwd is het huidige brede aanbod in ’s-Hertogenbosch en directe omgeving niet slecht, integendeel. Er is volop keuze, zalen en programma genoeg, ook in de breedte. Je hoeft niet alles mooi te vinden en thuis blijven is ook geen straf met 100 Tv-zenders via de kabel. Daar is altijd wel iets goeds tussen te vinden. En als je dan nog niets kunt vinden ga je naar Eindhoven waar een theater en een muziekgebouw staan met een stevige internationale programmering en uitstraling tot ver in de regio.

Moet alles wel zo dicht bij huis te vinden zijn als we tot nu toe hebben aangenomen? Ligt hier niet een prachtige taak voor BrabantStad? Het traject naar Culturele Hoofdstad 2018 biedt uitgelezen mogelijkheden tot meer samenwerking en afstemming. Immers in Eindhoven ligt een van de beste concertzalen van ons land en in Utrecht wordt een nieuwe concertzaal gebouwd. Als het gaat om het grotere werk in de popmuziek vinden we het vanzelfsprekend dat je daarvoor in Tilburg bij 013 moet zijn. In Breda staat een theater waar de grote musicals en andere grootschalige producties zonder enig probleem gepresenteerd kunnen worden. Die zaal is juist gebouwd met het argument om Zuid Nederland te kunnen bedienen met nationale en internationale musicals.

Het argument dat het publiek alles in een directe nabijheid moet kunnen vinden geldt slechts in beperkte mate. Het publiek is in toenemende mate bereid te reizen, zeker als er iets bijzonders is te zien. Voor de Nederlandse Opera moet je naar Amsterdam. Het Concertgebouw Orkest speelt in Amsterdam of elders in Europa. Kijk maar eens naar het succes van de “Soldaat van Oranje” nabij Katwijk of “Orfeo”in de tuin van Paleis Soestdijk, SILO8 en HART van Theatergroep Vis a Vis in Almere of naar de musicalseries in het Beatrix Theater in Utrecht en het Circustheater in Scheveningen, of dichter bij huis het festival Circo Circolo in Liempde. Kortom, de belangstelling voor reizen naar zeer bijzondere programma's groeit. In Den Bosch kun je vooral terecht voor het kleinschalig aanbod. Een prima combinatie in de Brabantse regio, lees BrabantStad.

Midden zaal / Grotezaal
Er wordt in ons land nauwelijks nog theater en dans gemaakt dat is gericht op zalen die groter zijn dan 500/600 plaatsen. Dat werd lange tijd de ontbrekende middenzaal genoemd maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het de grote zaal is geworden voor het gebruikelijke theater en dansaanbod. Dan wordt het interessant om te onderzoeken wat we missen of anders gezegd wat we niet in Den Bosch kunnen zien maar wel elders. Dat is de fundamentele vraag bij de ontwikkeling van het totaalplan. Dat kan niet zonder te kijken naar het huidige voorzieningenniveau en het culturele aanbod in stad en regio. En het heeft geen zin om concurrenten te creëren, ook niet in Vught of Rosmalen.

De onlangs verschenen studie van Gerard Marlet biedt een aardig doorkijkje in het niveau en inhoud van de culturele voorzieningen. De ambtelijke notitie over het nieuwe theater is uitermate bruikbaar en levert eveneens veel zinnige informatie op. Kortom, er is voldoende ondersteunend materiaal om een definitieve richting en keuze te kiezen.

Ik hoor u al roepen, het nationale repertoire toneel, de grote cabaretiers en de musicals dan? En de internationale producties die onder meer door Theaterfestival Boulevard worden ingebracht? De repertoire gezelschappen hebben jaren geleden besloten om de capaciteit voor hun grotezaal voorstellingen - om artistieke redenen - terug te brengen tot rond de 500 plaatsen. En laat het nu zo zijn dat het musicalaanbod ook aan het afnemen is, niet in de laatste jaren veroorzaakt door een overkill aan aanbod en matige kwaliteit. Joop van de Ende heeft niet voor niets jaren geleden besloten om zijn grote en commercieel interessante musicals te programmeren in zijn eigen theaters als het Beatrix Theater in Utrecht en het Circustheater in Scheveningen. En in het zuiden kunnen de musicalproducenten terecht in Breda vanwege de grote capaciteit van het Chasse theater. Het aanbod van de vrije producenten in de steden in ons land kan alleen maar commercieel renderen omdat deze theaters met subsidie van de lagere overheden in stand worden gehouden. Daar valt dus voor de kleinere theaters niets te verdienen. Onder de 900 stoelen moeten er altijd geld bij.

Om het grootschalige aanbod niet volledig aan Den Bosch voorbij te laten gaan moet gezocht worden naar een meer flexibele oplossing van de programmering en dus zalen. Dus klein wanneer het nodig is en groot als het moet. De programmering is complementair aan de programmering van de Verkadefabriek, W2, Toonzaal, Perron 3 in Rosmalen en de Speeldoos in Vught. Deze afweging is elementair bij de beslissing over wat voor theater/zaal we nu eigenlijk moeten willen. Van een zaal met een flexibele inrichting zijn goede voorbeelden te zien in binnen- en buitenland. Dat is een politieke en een financiële keuze, maar niet eerder nadat de betrokken instellingen hebben duidelijk gemaakt hoe zij dit zelf zien, een artistieke visie dus. De politiek dient hen daartoe taakstellend uit te dagen. De stedenbouwkundige keuze is hieraan ondergeschikt.

Dat kan dus betekenen dat de twee zalen variant om cultuurpolitieke en ook financiële redenen niet nodig is, immers voor de uitzondering hoeft niet (meer) gebouwd te worden. Het maximum aantal – te verkopen - plaatsen in de stad ‘s-Hertogenbosch lijkt te zijn bereikt volgens Jan van der Putten. Harry Vermeulen ziet nog mogelijkheden voor 25% groei. Jan bekijkt het totale aanbod, Harry doet dat ook maar zegt in feite niet meer dan wat het huidige theater aan de Parade al jaren wil zijn, niets nieuws dus. Wat is dan de rol van een lokale overheid? Gewoon betalen of gericht investeren in nieuwe artistieke plannen en ideeën? Culturele ondernemers moeten nieuwe bronnen ontwikkelen om groei te kunnen financieren, zeker wanneer dit commerciele activiteiten betreft.

Voor mij is het zeer de vraag of een groeidoelstelling van 25% voor een culturele programmering realistisch is. Er zijn immers ook nog Bosschenaren die niet naar cultuur gaan maar meer belangstelling hebben voor sport of iets anders of liever gewoon thuis blijven. Dat mag ook.

zaterdag 25 september 2010

Bezuinig Niet Onevenredig Op Kunst En Cultuur

Brief aan de onderhandelaars voor het regeerakkoord

23 september 2010
• Bezuinig Niet Onevenredig Op Kunst En Cultuur •

Geachte heren Rutte, Verhagen en Wilders,

Wij begrijpen dat in deze tijden van crisis ook gedacht wordt aan bezuinigingen op kunst, cultuur
en erfgoed. Echter, naar verluidt bestaat het voornemen de Rijksbegroting voor deze sector met € 200 miljoen te verlagen. Wanneer we ervan uitgaan dat het onroerende deel hiervan buiten beschouwing wordt gelaten, betekent dat voor het resterende deel van de sector een bezuiniging van meer dan 35%*. Daarbij dienen de reeds aangekondigde bezuinigingen van gemeenten en provincies nog te worden opgeteld. Wij willen u er graag op wijzen dat dit niet alleen voor de culturele sector, maar ook voor de samenleving als geheel, verstrekkende gevolgen zal hebben.
Cultuursector is veel meer waard dan alleen de investering van de overheid

De creatieve sector - waarvan een belangrijk deel van wereldklasse - is een breed erkende groeidiamant in de Nederlandse economie. Iedereen weet of kan weten dat kunst en cultuur een enorme economische impact hebben. Het multipliereffect van de ‘bedrijfstak’ is gigantisch, een machtig veelvoud van het veel kleinere bedrag dat kunst en cultuur krijgt toebedeeld**.

Maar kunst en cultuur zijn nog veel meer waard. Bij internationale promotie en op de toeristische markt, bijvoorbeeld. In onze steden, in wijken en op scholen en bij het enthousiasmeren en ontwikkelen van talent. Maar ook op de arbeidsmarkt, bij toeleveringsbedrijven, in de horeca. Voor bedrijven zijn cultuurklimaat
en infrastructuur essentiële vestigingvoorwaarden; internationale ondernemers kiezen voor
steden en regio’s met een bloeiend cultureel leven. Kunst en cultuur zijn dus veel meer dan de optelsom van zichzelf. Ze zijn een publieke zaak en essentieel voor menselijke, maatschappelijke en economische ontwikkeling. Niet voor niets is de creatieve industrie door het innovatieplatform uitgeroepen tot een sleutelgebied van de Nederlandse economie, in het goede gezelschap van andere erkende sterktes zoals voedsel, water, bloemen en chemie. Op elk van deze terreinen is objectief vastgesteld dat Nederland op wereldniveau functioneert.

Subsidie is geen doel maar middel. Subsidie was en is nooit een doel op zich, maar een middel om kunst en cultuur te laten bloeien, in verscheidenheid en diversiteit. Met als hoger doel een rijkere en aangenamere samenleving. Dat kunst en cultuur zichzelf niet geheel kunnen terugverdienen, is geen teken van zwakte, maar een vorm van reële kwetsbaarheid. De cultuursector heeft de afgelopen decennia de eigen verdiensten stevig weten
op te voeren. Waar mogelijk trachten instellingen met elkaar te besparen en te innoveren, zoals het een creatieve sector past. Ook wordt voortdurend hard gewerkt om de toegankelijkheid voor zoveel mogelijk mensen te bevorderen.

De maatregelen die zijn genomen om kunstenaars en instellingen in staat te stellen meer eigen inkomsten te genereren en zo onafhankelijker te worden van de overheid, hebben alleen kans van slagen als de overheid daarvoor de basis legt. Een combinatie van cultuurbeleid en fiscaal economisch beleid kan daartoe nieuwe perspectieven bieden.

Daarom vragen wij u met klem om onevenredige bezuinigingen te voorkomen en kunst en cultuur te bezien in een brede visie op de toekomst.

* Prognose bezuinigingen op kunst en cultuur, Kunsten ‘92, september 2010
** ”Kunst en cultuur, het investeren waard”, onderzoek naar economische betekenis, Berenschot, 29 augustus 2010

Was getekend: zie bijgevoegde lijst
Bedrijfsleven, politiek en wetenschap
Peter de Wit President-directeur Shell Nederland B.V.
Jos Nijhuis President-directeur Schiphol Groep
Hans Wijers CEO Akzo Nobel
Jean Francois van Boxmeer Voorzitter Raad van Bestuur / CEO Heineken NV
Jan Westerhoud President-directeur Europe Container Terminals (ECT)
Saskia van Walsum Directeur Concordia Fund BV
Marjolein Warburg Directeur Rotterdam Port Promotion
Antony Burgmans Oud-voorzitter Raad van Bestuur van Unilever
Karel Vuursteen Oud-bestuursvoorzitter Heineken, vele commissariaten
Wim Kok Voorzitter Raad van Toezicht Het Nationale Ballet, vele bestuursfuncties
Louise Gunning Voorzitter Raad van Bestuur AMC
Jaap de Hoop Scheffer Voormalig secretaris-generaal NAVO
Volkert Doeksen CEO Alpinvest
Derk Sauer Journalist, uitgever en mediaondernemer
Trude Maas-de Brouwer Onafhankelijk toezichthouder, oud-Eerste Kamerlid
Sylvia Tóth President Tóco USA en Tóco d’Azur, vele bestuursfuncties
Victor Halberstadt Hoogleraar economie aan de Universiteit van Leiden
Thony Ruys Oud-voorzitter Raad van Bestuur Heineken N.V.
Wiebe Draijer Managing partner Benelux McKinsey&Company
René Smit Voorzitter College van Bestuur Vrije Universteit Amsterdam
Marlou Banning Divisie Directeur De Nederlandse Bank
Theo Bremer Oud-partner Stibbe
Bernard Welten Hoofdcommissaris Politie Amsterdam - Amstelland
Peter Wakkie Spinath en Wakkie Advocaten / oud-lid Raad van Bestuur Ahold
Piet Moerland Voorzitter Raad van Bestuur Rabobank
Michiel Boersma Oud-CEO Essent
Haddo Meijer Oud-voorzitter Raad van Bestuur Koninklijke P&O Nedlloyd NV
Ton Rombouts Burgemeester van ’s-Hertogenbosch
Sigrid van Aken Managing Director van de Nationale Postcode Loterij, de BankGiro
Loterij en de Sponsor Bingo Loterij
Peter Mensing Senior vice president Booz Consulting
Joanne Kellermann Directielid van De Nederlandsche Bank NV
Rudy Voogd Advocaat en oud-notaris / adviseur NautaDutilh
Sir Peter Jonas Oud algemeen directeur van English National Opera
Dolf Segaar Advocaat, partner en bestuursvoorzitter van CMS Derks Star Busmann NV
Frans van Lanschot CEO ABN AMRO Mees Pierson Nederland
Francine Houben Oprichter en creatief directeur Mecanoo architecten b.v.
Gert Jan Kramer Oud-directeur Fugro
Marry de Gaay Fortman Partner Houthoff Buruma
Alexandra Jankovich Directeur Spark & Co.
Paul Mackay Executive Council of the General Anthroposophical Society, Dornach
Switzerland
Charlie Martens Algemeen directeur van Ballast Nedam Ontwikkelingmaatschappij
Albert Rouwendal Algemeen directeur Mövenpick Hotel Amsterdam City Centre
Joep Brentjens Oud-CEO VNU
Hans Andersson Oud-partner Andersson Elffers Felix
Tineke Bahlmann Voorzitter van Commissariaat voor de Media
Paul Rüpp Voorzitter College van bestuur Avans Hogeschool
Margot Scheltema voormalig financieel directeur Shell Nederland
Oscar van Agthoven Partner BDO
Martin van Pernis Oud-Bestuursvoorzitter Siemens Nederland
Roger Dassen Bestuursvoorzitter en lid van de Global Executive van Deloitte
Dick de Beus Oud-directievoorzitter van PGGM
Isaac Kalisvaart Rabo Bouwfonds MAB
Jan Doets Doetsconsult, Voormalig directeur Vastgoed Ontwikkeling ING
Ad van Liempt Raad van toezicht Nationaal Historisch Museum
Bart Okkens Oud-notaris, lid Unibail-Rodamco’s Supervisionary Board
Sander Dikhoff Advocaat media entertainment / partner Bousie Advocaten
Fatma Waheb Wassie Verenigde Naties New York
Pauline Kruseman Commissaris Triodos Cultuurfonds
Inge van der Vlies Hoogleraar Staats- en Bestuursrecht, kunst en recht
Erik Jurgens Oud-voorzitter NOS
Coert Beerman Directievoorzitter Rabobank Rotterdam
Sjaak Bruinsma Partner KPMG
Jessica Mahn Partner KPMG
Jochem Ybema Siemens Nederland
Chris van den Bol Independent Financial Services Professional
Piet Jonker Algemeen directeur Dunea NV Duinwaterbedrijf Zuid-Holland
Saskia Reuling Advocaat/mediator DLA Piper Nederland
Aart van Bochove Commissaris o.a.: Inalfa Roof Systems Group BV, EBAG BV en Wittebrug
Autogroep
Rutger Koopmans Besturen o.a.: Ronald McDonald VU Huis/Kinderstad, NICCT / BID Challenge
/ Ajax Ledenraad.
Frank Kuytert Directeur Verhaaf Party Catering
Roger Peverelli Partner VODW
Johan van der Werf Oud-CEO Aegon
Peter Yspeert Advocaat bureau Yspeert VWL advocaten
Ankie Verlaan Voorzitter Amsterdamse federatie van woningcorporaties
Ruud Nederveen Burgemeester Bloemendaal
Maryem van den Heuvel Ministerie Buitenlandse Zaken
Anthonie Stal Zelfstandig adviseur
Frans Weisglas Oud-voorzitter Tweede Kamer
Jeltje van Nieuwenhoven Oud-voorzitter Tweede Kamer
Kunstinstellingen
Van Gogh Museum Axel Rüger - directeur
Hermitage Amsterdam en De Nieuwe Kerk Ernst Veen - directeur
Museum Boijmans van Beuningen Sjarel Ex - directeur
Rijksmuseum Amsterdam Wim Pijbes - hoofddirecteur
Groninger Museum Kees van Twist - directeur
Kröller-Müller Museum Evert van Straaten directeur
Haags Gemeentemuseum Benno Tempel - directeur
Frans Hals Museum Karel Schampers - directeur
Stedelijk Museum Amsterdam Patrick van Mil - zakelijk directeur
Nationaal Historisch Museum Erik Schilp - algemeen directeur
Van Abbemuseum Charles Esche - directeur
Tropenmuseum Lejo Schenk - directeur
Museum Het Rembrandthuis Janrense Boonstra - directeur
Joods Historisch Museum Joel Cahen - directeur
Centraal Museum Utrecht Edwin Jacobs - directeur
Rijksmuseum van Oudheden Wim Weijland - directeur
Het Concertgebouw NV Simon Reinink - directeur
De Nederlandse Opera Truze Lodder - zakelijk directeur
De Nederlandse Opera Pierre Audi - artistiek directeur
Het Nationale Ballet Ted Brandsen - artistiek directeur
Het Nationale Ballet Stijn Schoonderwoerd - zakelijk directeur
Nederlands Dans Theater Jet de Ranitz - directeur
Rotterdams Philharmonisch Orkest Hans Waege - directeur
Koninklijk Concertgebouworkest Jan Raes - directeur
ASKO | Schönberg Reinbert de Leeuw - dirigent
Holland Symfonia Stan Paardekoper - directeur
Nederlands Philharmonisch Orkest Rob Streevelaar - directeur
Nederlandse Bachvereniging Jos van Veldhoven - artistiek leider
Het Brabants Orkest Arthur van Dijk - zakelijk leider
Orkest van de 18e eeuw Frans Brüggen - artistiek leider
Nationale Reisopera Guus Mostart - intendant
De Doelen Gabriël Oostvogel - directeur
Muziekgebouw aan ‘t IJ Tino Haenen - algemeen en artistiek directeur
Muziekcentrum Vredenburg Nanette Ris - directeur
Oerol Festival Joop Mulder - directeur
Mobile Arts / Parade Nicole Van Vessum - directeur
Holland Festival Annet Lekkerkerker - zakelijk directeur
Theater Festival Boulevard Geert Overdam - directeur
Nederlands Theater Festival Jeffrey Meulman - directeur
Grachtenfestival Lidy klein Gunnewiek - directeur
Stadsschouwburg Amsterdam Melle Daamen - directeur bestuurder
Koninklijke Schouwburg Oscar Wibaut - directeur
Rotterdamse Schouwburg Jan Zoet - directeur
Stadsschouwburg Utrecht Lucia Claus - directeur
Koninklijk Theater Carré Bart van Heugten - adjunct-directeur
Deventer Schouwburg Alex Kühne - directeur
Nederlands Filmfestival Willemien van Aalst - directeur
International Documentary Filmfestival Amsterdam Ally Derks - directeur
International Film Festival Rotterdam Rutger Wolfson - directeur
EYE Film Instituut Sandra den Hamer - directeur
Nexus Instituut Rob Riemen - oprichter / directeur
Toneelgroep Amsterdam Ivo van Hove - directeur
Orkater Marc van Warmerdam - directeur
Noord Nederlands Toneel Ola Mafaalani - artistiek leider en algemeen directeur
Ro Theater Bram de Ronde - zakelijk leider
Onafhankelijk Toneel Corry Prinsen - zakelijk leider
Het Zuidelijk Toneel Matthijs Rümke - artistiek leider
Prins Bernhard Cultuurfonds Adriana Esmeijer - directeur
Theater Instituut Nederland Henk Scholten - voorzitter directieoverleg sectorinstituten
Nederlands Architectuur Instituut Ole Bouman - directeur
Vereniging van Openbare Bibliotheken Ap de Vries - directeur
Kunsten ‘92, vereniging voor kunst, cultuur en erfgoed Ad ‘s-Gravesande - voorzitter
Vereniging Rembrandt Martijn Sanders - voorzitter
Jean van de Velde - regisseur
Abdelkader Benali - schrijver
Erik Gerritsen - oud-directielid Concertgebouw / interim
manager KIT
Han Bakker - intendant Dordrecht / o.a. oud-directeur Dogtroep